Ontslagvergoeding & WWZ

Het Kabinet Rutte II heeft een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt voor ogen. Hiervoor is de ‘Wet Werk en Zekerheid’ (WWZ) aangenomen, gedeeltelijk van kracht per 1 januari 2015 respectievelijk 1 juli 2015. Onder andere is de ontslagvergoeding daarin wettelijk geregeld en wel in de vorm van de “transitievergoeding”. Deze vergoeding is vervolgens gemaximeerd tot € 75.000,- of (maximaal) een jaarsalaris indien dit meer bedraagt. De transitievergoeding is in de regel lager dan de vergoeding gebaseerd op de huidige kantonrechtsformule. De regeling omtrent de transitievergoeding gaat in per 1 juli 2015, tot die tijd – zo is de verwachting – wordt op basis van de kantonrechtersformule “afgerekend”.

Op 1 september jongstleden deed de kantonrechter in Utrecht uitspraak in een arbeidsrechtzaak waarin geanticipeerd is op de transitievergoeding.

Kleurplaten
In deze zaak werd door een woningbouwvereniging om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met haar directeur gevraagd. Een aantal van de gemeentes waarmee de vereniging samenwerkte hadden het vertrouwen in hem opgezegd. Zo zou de directeur bestuurders in het openbaar hebben geschoffeerd, de integriteit van ambtenaren in twijfel hebben getrokken en liet hij zijn medewerkers kleurplaten inleveren: “zolang ze maar netjes binnen de lijntjes kleurden was er niets aan de hand”.

De rechter concludeerde dat beide partijen schuld hadden aan de ontstane situatie. Zo waren er geen tussentijdse beoordelingsgesprekken geweest, ondanks de moeite die betrokkenen hadden met de directeur. Ook heeft de woningbouwvereniging alle beschuldigingen van de gemeentes voor waar aangenomen zonder eerst uit te zoeken wat zich precies had voorgevallen. Anderzijds was het gedrag van de directeur debet aan de ontstane situatie.

Vergoeding
Volgens de woningbouwvereniging was de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van toepassing. De WNT, ontstaan door de toenemende maatschappelijke verontwaardiging over de hoge salarissen voor bestuurders van overheidsinstellingen, geeft een maximale ontbindingsvergoeding van € 75.000. De directeur meende dat de kantonrechtersformule moest worden toegepast. Hij kwam hiermee uit op een bedrag van € 467.000.

Ondanks dat de WNT van toepassing was hoeft de rechter geen rekening te houden met het maximumbedrag uit deze wet. Op grond van artikel 1.6 lid 2 WNT is de kantonrechter namelijk op zichzelf niet gebonden aan de maxima. Hoe hoog of hoe laag de ontbindingsvergoeding dient te zijn hangt af van de vraag in wiens risicosfeer de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gelegen en in welke mate welke partij een verwijt treft.

Bij het bepalen van de hoogte van de ontbindingsvergoeding hield de rechter echter ook rekening met iets anders. Wanneer de kantonrechtersformule toegepast zou worden zou daar een bedrag van ruim
€ 300.000 uit komen: een bedrag dat ongeveer het dubbele zou zijn van een jaarinkomen, waarmee het sterk zou uitstijgen boven het bedrag dat ná inwerkingtreding van de WWZ toegekend zou worden.

De rechter merkte namelijk op dat de directeur de maatschappelijke discussie rondom de hoogte van ontbindingsvergoedingen niet ontgaan had kunnen zijn. De directeur had er, gezien het invoeren van de WNT en WWZ, rekening mee kunnen houden dat bij een eventuele beëindiging van het dienstverband een ontbindingsvergoeding wel eens mogelijk lager uit had kunnen vallen dan voorheen het geval was en overwoog: “Aangenomen mag worden dat deze in de toekomst toepasselijke normering (de transitievergoeding) ook weergeeft hetgeen thans maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht“.

Conclusie
Ondanks dat de WWZ pas per 1 januari 2015 in werking zal treden houdt deze rechter nu al rekening met de (maatschappelijke discussie rondom) de transitievergoeding. De achtergrond zal bij de beoordeling zeker een rol hebben gespeeld (directeur Woningbouwvereniging), desalniettemin is het “eerste schaap over de dam” voor wat betreft het toepassen van de transitievergoeding. Of deze zwaluw zomer maakt is vooralsnog de vraag.

Advies
Bent u voornemens een arbeidsovereenkomst met een “dure” werknemer te beëindigen of overweegt u een reorganisatie door te voeren? Laat ons u adviseren over de financiële verschillen indien u voor 1 juli 2015 (een) vergoeding(en) dient uit te betalen, dan wel in de periode na 1 juli 2015. Wachten kan lonen!

Top