Instemming met concurrentiebeding per e-mail (on)mogelijk?

Eén van de wettelijke vereisten voor de geldigheid van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst is dat het beding schriftelijk is overeengekomen met de (meerderjarige) werknemer, met als doel dat de werknemer zich uitdrukkelijk akkoord verklaart met het beding dat voor hem verstrekkende consequenties kan hebben. Hieraan is in principe voldaan indien een werknemer ‘schriftelijk instemt’ met de arbeidsovereenkomst waarin het concurrentiebeding is opgenomen of met een arbeidsvoorwaardenregeling waarin het concurrentiebeding is opgenomen mits in dat geval: • de arbeidsvoorwaarden als bijlage bij het ondertekende document gevoegd waren en in dat document is naar die arbeidsvoorwaarden verwezen, of • de werknemer in het ondertekende document uitdrukkelijk verklaard heeft dat hij instemt met het concurrentiebeding (aldus de Hoge Raad in 2017: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2017:364).

Akkoord per e-mail (reply)
Volgens een uitspraak van de rechtbank Dordrecht uit 2011 is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste ingeval van een akkoord per e-mail (werknemer antwoordt per e-mail dat “het zo akkoord is”). Echter, op 14 augustus 2018 oordeelde de Rechtbank Noord-Nederland (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2018:3215), over een tamelijk vergelijkbare situatie, dat per e-mail gegeven toestemming niet voldoende is. Ook hier werd een conceptarbeidsovereenkomst (inclusief concurrentiebeding) door werkgever aan werknemer per e-mail toegestuurd, en ook hier gaf de werknemer per e-mail akkoord voor de overeenkomst en wel met de woorden “Ik heb de overeenkomst nog een keer doorlopen en geen spannende zaken meer tegengekomen. Wat mij betreft morgen tekenen en proosten op een goede en succesvolle samenwerking!!! Top en bedankt voor je inspanningen en hulp in deze.“. Ook in deze zaak gaan partijen niet over tot daadwerkelijke ondertekening van de overeenkomst. De kantonrechter meent dat door de werkgever geen beroep kan worden gedaan op het concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst, omdat niet aan één van de twee in 2017 door de Hoge Raad geformuleerde vereisten is voldaan. De werknemer heeft wel uitdrukkelijke ingestemd met de arbeidsovereenkomst, maar in de reply heeft hij niet ‘uitdrukkelijk verklaard dat hij instemt met het concurrentiebeding’, hetgeen had kunnen plaatsvinden door dat onomwonden te schrijven of door de arbeidsovereenkomst (met het concurrentiebeding) als bijlage bij zijn reply-e-mail te voegen (zodat duidelijk is waarmee akkoord gegaan is). Aldus is volgens de kantonrechter niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Erg merkwaardig, alleen al omdat er geen ander aanbod gedaan was dan het aanbod van de arbeidsovereenkomst met het concurrentiebeding (zeker ingeval van een ‘reply-mail’ is duidelijk op welk aanbod gereageerd wordt) en het feit dat de werknemer het concurrentiebeding gelezen en begrepen heeft, wordt volgens mij niet afgedekt door te verlangen dat de werknemer de arbeidsovereenkomst met het concurrentiebeding als bijlage had meegezonden met de reply aan zijn werkgever. Natuurlijk is het verstandiger om een getekend exemplaar van de arbeidsovereenkomst met het concurrentiebeding in het personeelsdossier te hebben.

Top